
De kantelen van la Partoucie
Over verbinden en loslaten.
La Partoucie is een 19e eeuws kasteel, gebouwd rond 1854 in strakke Moorse stijl door François Charles Babaud Laribière, een franse officier die had gevochten in de Oriënt met het leger van Napoleon III, kwam terug uit de oorlog met de gebouwen met kantelen op zijn netvlies. Hij stierf voordat hij zijn Moorse kasteel in de Charente had afgebouwd.
Het stond bijna 90 jaar leeg en was nooit bewoond tot de tweede wereld oorlog. Toen de Nederlandse regering in 1940 de kunstschilder Conrad Kickert (1892-1965), die exposeerde met Picasso en Gaugin, woonachtig in Parijs, bekend als “le peintre Néerlandais de Montparnasse”, vroeg een onderkomen te zoeken voor de Nederlandse joodse vluchtelingen. De brief van Kickert aan de regering is bewaard gebleven en begint met de woorden: Ben geslaagd!!! Heb verkregen misschien het allerlaatste kasteel wat te krijgen is, maar ik heb het gekregen.
Er werd een busdienst tussen Breda en het vervallen La Partoucie opgezet en gedurende de gehele oorlog hebben honderden Nederlandse en Belgische vluchtelingen op La Partoucie gewoond. Wat zich op het randje van het vrije Frankrijk bevond. Dagboeken van de joodse bewoners, Jeannine Beem en Nelly vd Sluijs zijn bewaard gebleven en liggen nog altijd ter inzage op La Partoucie.
Kickert raakt bevriend met Laribière's kleinzoon, Charles Pierre Maury Laribière die in het manoir beneden in het gehuchtje woont, hier schildert hij meerdere van de joodse meisjes. De schilderijen hangen in het CK museum in de Cantal.
Op het Waterlooplein in Amsterdam werd een keer per toeval een fotoalbum van de busreis en het leven op La Partoucie tijdens de WO II gevonden. Dit album is naar het Leidse Prentenkabinet gebracht. En deze foto's hangen sinds jaren in de gang van La Partoucie. Sabine vd Hoorn heeft er haar scriptie “de weg van duizend moeilijkheden” over geschreven. Na de bevrijding in 1945 staat La Partoucie weer jaren leeg, alleen het koetshuis wordt door een franse boer bewoond en de 80 ha grond voor vee en landbouw gebruikt.
In 1969 kreeg La Partoucie nieuwe eigenaren, zij begonnen aan het repareren van het lekke platte dak van het kasteel. In de omgeving bekend als “ le Château Plat”.
In 1998 kochten wij, Nederlanders, het totaal vervallen kasteel met bijgebouwen. Ook wij begonnen tussen de kantelen met het dak, om in de volgende jaren het gebouw smaakvol, met behoud van vele oude details op te knappen, met veel liefde, zweet en soms ook tranen maar bovenal met veel plezier en voldoening om onze droom te verwezelijken en die van Babaud Labrière af te bouwen, het thuis van vele joodse vluchtelingen tijdens WO II.
Bij aankomst was er slechts één koud waterkraantje, elektra via een verlengsnoer vanuit het huis, geen werkende wc, op de eerste verdieping zaten er geen ramen meer in, geen plafonds of stucwerk.
Ons grote avontuur was begonnen! We arriveerden begin mei, en in juli hadden we, na heel hard werken en hulp van familie en vrienden, 5 slaapkamers, een keuken en badkamer op de begane grond bewoonbaar voor onze eerste gasten! Bienvenue à la Partoucie.
Ons dochtertje van bijna 4 bracht ik op de fiets, we waren een bezienswaardigheid, naar de kleuterschool in het dorp, na de eerste ochtend haalde ik haar op, achterop de fiets zei ze tegen me: Mam, ze zeggen allemaal copine, copine tegen me. Mijn moederhart zwol op van geluk.
We voelen ons verbonden met deze bijzondere plek, bewonen zelf het koetshuis en verhuren in de zomer dit unieke kasteel per week als Gîte au Château en kan de huurder zich voor een weekje chatelain/chatelaine voelen.
In het voor- en najaar organiseren we er samen met Nell Berger inspirerende yoga-retraites.
En nu, na 27 jaar “kantelen de kantélen”, het is tijd om los te laten, het stokje door te geven. Ons eigenhandig opgebouwde paradijs, met trots maar met pijn in ons hart te verkopen en te verlaten.
Arriveren, verbindingen aangaan, zorgdragen, sporen achterlaten, weer loslaten en vertrekken.
Vive La Partoucie!