Sandra's schrijven #2: Hoofdstand
24 maart 2017 - Sandra Konst
Afgelopen zomer deed ik mee aan een ashtanga docentenopleiding, gegeven door Manju Jois, de enige zoon van de grondlegger van de ashtanga yoga. Deze man is de 65 jaar al gepasseerd en reist de hele wereld over om teacher trainingen te verzorgen. Een inspirerende en wijze man, grootgebracht met yoga en Oosterse wijsheid. ‘Als ik niet naar India kan, dan moet ik de kans pakken als er een stukje India naar mij komt’, dacht ik.
Ashtanga yoga te zwaar?
Maar ashtanga yoga is een pittige yogavorm. Je hebt veel kracht en een goede conditie nodig en sommige houdingen zijn erg moeilijk. Ik heb ooit fanatiek aan poweryoga gedaan, maar in de rol van yogadocent is het toch andere koek. Ik kom immers uit de rustige hatha– en kinderyoga hoek. Ik voelde me meteen wat onzeker. Kan ik dit fysiek wel aan? Ik ben de veertig al gepasseerd en er komen vast veel jonge, strakke docenten. Ben ik hier niet te zwaar voor? Maar deze kans moest ik pakken, dus ik gaf me op voor een intensieve week.
Bij binnenkomst bekeek ik de medecursisten. Veel jonge dames en heren, superstrak, lenig en in kekke leggings. Het was dat ik op blote voeten was, anders was de moed me in mijn schoenen gezakt. Maar ik spotte gelukkig ook cursisten die ouder waren dan ik en een paar met hetzelfde postuur als ik. Ik voelde me meteen beter. Maar waarom eigenlijk? Yoga is toch voor iedereen? Zelf roep ik ook tegen cursisten dat het geen wedstrijd is; zoek je eigen grens op en stop vooral als je weerstand voelt. Yogadocenten liken graag foto’s van mensen in allerlei soorten en maten om yogabeoefening toe te juichen. Met dit gegeven in mijn achterhoofd begon ik vol moed aan de week.
De een lenig, de ander sterk
Het was zwaar. Loodzwaar. Manju himself duwde me in allerlei posities, maar het werkte wel, ik kon meer dan ik dacht. Je moest elkaar in allerlei posities helpen en je voelde de verschillen. De een was lenig, een ander juist weer sterker. Iedereen is anders. Ik was me erg bewust van de vetrolletjes die soms even knel zaten. Maar dan dacht ik me weer ‘Niet zo onzeker!’.
Er was echter één houding die ik elke dag uit de weg ging: de hoofdstand. Ik ben wel eens doorgeklapt en daarna heb ik het niet meer geprobeerd. Ik geloof dat iedereen uit de groep de hoofdstand wel kon, soms met hulp, maar ik heb het niet gedaan. Natuurlijk mag je je eigen grens aangeven. Eén dag twijfelde ik, maar heb het toch niet doorgezet.
Aan het eind van de week nam ik vol trots het certificaat in ontvangst. Ik was erg blij dat ik had doorgezet. Ik kan meer dan ik dacht en ik heb zelf ondervonden dat yoga voor iedereen is. Ook met wat vetrolletjes. Even uit mijn comfortzone.
Handstand
Na een week begon het te kriebelen: de grote muur op het plein buiten lonkte en er was niemand in de buurt. Een handstand is geen hoofdstand, maar kan misschien het knagende gevoel iets goedmaken. Een aanloopje – de muur houdt me toch tegen – en voilà, de handstand! Zie je wel?! Ik kan het nog! Na tien handstanden glom ik van trots. En weet je? De wet van de zwaartekracht helpt goed mee als je op zijn kop staat. Vetrolletjes zakken immers ondersteboven tot op een andere hoogte :-)
Kindercoach en (kinder)yogadocent Sandra Konst blogt over haar lifestyle en haar passies yoga, reizen, natuur en schrijven.