Vastberadenheid
10 november 2021 - Dominique Prins-König
Oké, pak allemaal en kwast en denk erom: zuinig met de verf.’ Het is zondagmiddag en het themaweekend van de yoga-opleiding is bij het laatste onderdeel beland. Toen ik het programma van tevoren doorlas, had ik wel iets zien staan over ‘yantra’s kleuren’, maar daar had ik strategisch overheen gelezen. Kleuropdrachten doen me altijd terugdenken aan de kleuterschool. Met een oud overhemd van je vader aan als schort, op de rug dichtgeknoopt door de juf. De opgerolde mouwen die altijd op het meest onhandige moment besloten toch weer lang te worden, waarna je hulpeloos je verstopte handen probeerde tevoorschijn te toveren zonder al te erg te knoeien. Geklungel met hard geworden kwasten en opgedroogde verf; kleuren die onbedoeld in elkaar overliepen, zodat de bloem die helder oranje had moeten zijn uiteindelijk modderbruin werd.
Vernuftig had ik het kleuronderdeel uit mijn geheugen geblokkeerd, maar nu is het dan toch zover. In vergelijking met de kleuterschool is de uitdaging vandaag nog groter; mijn fijne motoriek heeft behoorlijk te lijden onder de parkinson. ‘Netjes binnen de lijntjes’ zoals bij een yantra – een geometrische figuur die volgens vaststaande kleurvoorschriften en een vaste volgorde moet worden ingekleurd – de bedoeling is, wordt daardoor lastig. En dan ook nog onder tijdsdruk; veel meer is er niet nodig om mijn hand ongecontroleerd rond te laten zwiepen. In gedachten bied ik mezelf een vluchtroute: dit is toch geen doen met parkinson? Wellicht is er voor mij een vervangende activiteit te bedenken?
Maar dan vraag ik me af: waar ben ik nu zo bang voor? Dat ik faal? Dat het minder mooi wordt dan ik hoop? Dat ik het misschien niet af krijg? En dan? Waarom is dat zo erg?
Net als alle anderen buig ik me dus op mijn yogamat – ook dat nog, niet eens aan een tafel – over mijn yantra en begin met het inkleuren van de buitenste rand van de figuur. Als mijn kwast over de lijnen heen schiet, baal ik. Even. Dan herpak ik mezelf en schilder door. Al snel blijkt dat iedereen zijn eigen strijd voert, ook zonder parkinson. Links van me verzucht R: “Ik krijg het nooit op tijd af! Wat een stressklus zeg!” Aan de andere kant zit M, die af en toe ontevreden naar haar perfect afgewerkte yantra kijkt: “Die kleuren kloppen helemaal niet. Ik zou hem eigenlijk opnieuw moeten doen.”
Zo wordt deze middag op een heel onverwachte manier leerzaam. Waar de anderen, in mijn ogen niet gehinderd door een beperking, één voor één in gevecht zijn met hun innerlijke demonen, lukt het mij om redelijk mild te zijn voor mezelf. Naarmate mijn yantra vordert, krijg ik er zelfs een soort plezier in, al zie ik echt wel dat het resultaat verre van perfect is. Waar witte en rode vlakken elkaar raken, ontstaat soms onbedoeld wat roze. De randen zijn alles behalve strak. Op sommige plekken is de verf dekkender dan op andere. Maar hee, ik zit hier wel met mijn parkinson-arm in een onmogelijke houding een yantra te kleuren.
Thuis krijgt de yantra een plekje in mijn yogaruimte. Iedere keer als ik de imperfecte figuur met de wiebelige randen zie, voel ik weer die mildheid voor mezelf. En denk ik aan de deugdenkaart die bij aankomst op mijn hotelbed lag: ‘vastberadenheid’ stond daar op. En dat is meer waar dan perfectie.
Dominique Prins-König (1969) is journalist en net begonnen met een opleiding tot yogadocent. Ze is getrouwd, heeft twee jongvolwassen zonen, twee katten en een hond. Vanaf nu vertelt zij elke twee weken over haar leven met parkinson.